Wijzigingswet Wetboek van Strafrecht, enz. (wijziging vervroegde invrijheidstelling in een voorwaardelijke invrijheidstelling)
Wet van 6 december 2007 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten in verband met de wijziging van de vervroegde invrijheidstelling in een voorwaardelijke invrijheidstelling
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bepalingen in het Wetboek van Strafrecht betreffende de vervroegde invrijheidstelling te vervangen door bepalingen omtrent een voorwaardelijke invrijheidstelling;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]
Artikel II
[Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]
Artikel III
[Wijzigt de Wet op de rechterlijke organisatie.]
Artikel IV
[Wijzigt de Penitentiaire beginselenwet.]
Artikel V
[Wijzigt de Uitvoeringswet Internationaal Strafhof.]
Artikel VI
1
Deze wet heeft geen gevolgen voor veroordelingen tot vrijheidsstraf die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn uitgesproken. De artikelen 15 tot en met 15d van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van deze wet, blijven in deze van toepassing.
2
Het eerste lid is niet van toepassing op veroordelingen tot vrijheidsstraf, uitgesproken voor de inwerkingtreding van deze wet, indien de tenuitvoerlegging vijf jaar na inwerkingtreding van deze wet nog gaande is.
3
Indien een veroordeelde zowel een vrijheidsstraf heeft te ondergaan die is uitgesproken voor de inwerkingtreding van deze wet, als een vrijheidsstraf die is uitgesproken na de inwerkingtreding van deze wet, is artikel 15, vijfde lid, tweede volzin, niet van toepassing.
Artikel VII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 6 december 2007
Beatrix
De Minister van Justitie , E. M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de achttiende december 2007
De Minister van Justitie ,
e
M. H. Hirsch Ballin